Mijn eerste weekjes in Indonesië
Blijf op de hoogte en volg Luco
08 September 2015 | Indonesië, Soerabaja
Maandag 17 augustus was het dan zover, het vliegtuig dat ons (Karsten, Luko en mijzelf) naar de andere kant van de wereld zou brengen, ging toch echt vertrekken vandaag. Maandenlang zijn we bezig geweest met het voorbereiden van de reis en vandaag vlogen we met Cathay Airlines naar Hong Kong, waar we een tussenstop hadden. ’s Middags vlogen we in ruim 11u naar Hong Kong, maar omdat we zo ver weg waren, kwamen we aan in de ochtend in de stad. We besloten om door te gaan en de stad even te gaan verkennen, want hoe vaak kom je nou in zo’n metropool? Hier en daar wat vragen naar de mooie plekjes bracht ons uiteindelijk bij de sky bar, waar je een ontzettend mooi uitzicht had over de stad. Met de wetenschap dat onze vlucht pas weer zou vertrekken om 03:20u (lokale tijd) de volgende dag, besloten we om de tijd te nemen voor het verkennen van de stad. Conclusie over de stad; een erg mooie, drukke, maar dure stad! Mede hierom besloten we om gewoon op het vliegveld een bankje op te zoeken, om nog even wat uurtjes te slapen voordat we verder gingen vliegen naar Surabaja. Op het vliegveld kwamen we er achter dat onze vlucht nog meer vertraging had, maar gelukkig hadden we ondertussen het slapen op de bankjes op het vliegtuig onder de knie en hebben we toch een redelijke nachtrust kunnen pakken. De vlucht van Hong Kong naar Surabaja duurde ruim 4u, waar we dan rond 10u onze voeten aan de grond zetten.
Vanuit de school werd aangeboden om opgepikt te worden op het vliegveld, waar we wel gebruik van wilden maken. We hadden echter nooit echt reactie gehad, maar toch stonden er twee studenten ons op te wachten op het vliegveld. Deze jongens brachten ons eerst naar een traditioneel Indonesisch restaurant, waar we gingen brunchen. Met de wetenschap dat het eten hier toch allemaal wat pittiger is, bestelden we de “sweet” versie van het gerecht. Gaarnde de maaltijd kwamen we er alle drie achter dat we toch even een knopje moesten gaan omzetten met het oog op het kunnen eten van spicy eten haha. Hierna werden we naar een mogelijk appartement gebracht, wat gelijk een geschikt stekkie bleek te zijn. Een ontzettend groot complex, met een erg groot zwembad tussen de gebouwen in. Ook wel handig is dat het complex op circa 10min fietsen van de school is, wat we doen met onze gehuurde “fietsen” (zadel werkt niet altijd mee en daarom voelt het aan als een kinderfietsie). De volgende dagen hebben we van alles moeten regelen met de school in voorbereiding op de lesdagen, wat van start gaat op maandag 7 september.We kregen allemaal een persoonlijke buddy aangewezen, die ons gingen helpen met het kunnen functioneren in zo’n andere cultuur. Mijn buddy heet Teddy, en ik moet zeggen dat ik nog niet vaak zo’n behulpzaam persoon heb ontmoet. Sowieso is de bevolking hier erg openarmig, waardoor we ons gelijk welkom voelden. Surabaja is echter wel een stad, waar weinig westerlingen komen. Dit ondervonden we vooral wanneer we op de fiets zaten naar school (mensen toeteren, zwaaien etc. naar je) of als we naar de Mall gingen. Als Nederlander (hier ”Belanda”) ben je als het ware een bezienswaardigheid voor de meeste mensen. Overal willen ze foto’s van je maken en als het even kan dan ook echt één voor één.
Op school waren we Josh tegen gekomen, een Duitse student die hier zijn research ging doen. Op één of andere manier was hij aan één van onze telefoonnummers gekomen, en hij vroeg ons of we vrijdagavond mee gingen met hem naar één van de weinige barretjes hier. Gezien het feit dat de islam hier het grootste geloof is, kan men bijna nergens alcohol meer vinden. Niet dat dit een ramp is, maar vaak zijn de plekken waar alcohol genuttigd worden ook de plekken waar je gemakkelijk nieuwe mensen leert kennen. Dit bleek wel weer op vrijdagavond, waar we een local genaamd Jonathan ontmoette. Hij is iemand, die werkelijk waar alle locals en buitenlanders in Surabaya kent. Hij en Josh nodigden ons dan ook uit voor de volgende avond,waar we naar een kroegje en naar een grote club zouden gaan. Het uitgaansleven is hier wel anders, maar wel leuk! Nadat we de laatste dingetjes hadden geregeld, konden we dinsdag middag dan eindelijk nog op reis
’s Middags vertrokken met de trein naar Banyuwangi, waar we de Ijen-krater wilden bezoeken. Een treinreis van u bracht ons in Banyuwangi, waar allemaal gidsen je al stonden op te wachten op het treinstation. We besloten om een van de aanboden aan te nemen om die zelfde nacht nog de berg te beklimmen. Een flinke beklimming, waar op het eind het fenomeen blauw vuur op ons stond te wachten. Met gasmasker en al konden we de krater in, waar nog steeds gewerkt wordt. Er wordt sulfaat gewonnen, wat dan door oude mannen op de schouders (circa 0 kilo) naar beneden werd getild. Het was een zeer mooie ervaring, zeker een aanrader! Die middag hebben we de boot gepakt naar Bali, waarna we via een bus en een taxi naar Kuta zijn gereisd. Dit is een beetje het uitgaansstadje van Bali, maar je kunt hier ook super goef surfen. De eerste dag hebben we even flink uitgerust op het strand en ’s avonds wat rond gestruind door de stad. We hadden al snel door dat Bali eigenlijk een omgekeerde winkel was van Surabaja, want alles was echt gericht op toerisme. De dag erop gingen we voor het eerst surfen, en zo koppig als we het waren, gingen we dit zonder een teacher doen. Dit pakte eigenlijk best goed uit, want na een aantal keer konden we allemaal eigenlijk wel op het board staan. Trots dat we waren gingen we proberen wat verder het water in te gaan, waar de echte golven waren. Dit was misschien niet de beste manier om het te leren, maar we hebben ons zeker de hele dag wel kunnen vermaken. Aan het eind van de dag gingen we dit dan ook wel merken: veel spierpijn, schrammen, blaren en ga maar door.
De dag erop gingen we beginnen aan onze rondreis door Bali, met jawel een Jeep. Karsten heeft als enige zijn internationale rijbewijs en was dus in staat om ons rond te gaan rijden op het eiland. De eerste dag zijn we van Kuta naar Candi Dasa (oost-Bali) gereden, hier verblefen we in een klein paradijselijk verblijfje aan de kust. Onderweg waren we bijna op de ferry naar Lombok gegaan (wat niet de bedoeling was). De poortwachter wilde eerst even onze papieren zien voordat we verder gingen, maar hij wees ons op het feit dat de auto helemaal geen geldige papieren meer had. Deze waren verlopen op 15-03-2015, oftewel hadden we een ongekeurde auto gehuurd. Na een lang en lastig belletje met de verhuurder bleek dit volgens hem geen probleem te zijn. Even daarvoor hadden we een tussenstop gemaakt bij een mooi tempeltje voor de Bali-Hindu, waar ze bezig waren met een ceremonie.
De dag erop wilden we snorkelen in Tulamben of Abed, om daarna een slaapplaats te zoeken in Singaraja (noord-Bali). We besloten om de iets langere route langs de kust te nemen om zo te kunnen genieten van de omgeving. Dit hebben we ook zeker gedaan! In Abed werd er gezegd dat je beetje kon gaan snorkelen in Tulamben, als je net als ons niet heel lang de tijd had. Jammergenoeg was het niet het beste seizoen om te snorkelen en moest je behoorlijk zoeken naar de mooie onderwater wereld. ’s Avonds in Singaraja werden we als het ware toevallig gespot door een bed&breakfast eigenaar, die ons voor een spotprijsje een kamer aanboodt. Hij vertelde ons wel dat Singaraja voor de rest niet echt een bijzondere stad was, wat ervoor zorgde dat we de volgende dag al vroeg op pad waren richting de Gitgit-watervallen. Met de GPS aan reden we richting de watervallen totdat we een parkeerbordje zagen, waar we dan ook gelijk de auto neer hebben gezet. Ook hier kwamen gelijk allemaal mensen weer op je af met de vraag of je een gids wilden, maar ook hier besloten we om zelf op pad te gaan. Een kleine wandeling van een dik half uur bracht ons bij de schitterende waterval, waar tot onze verbazing helemaal niemand anders was. Op internet hadden we gelezen dat de waterval stikte van de toeristen, maar ter plekke bleek dit dus niet het geval te zijn. Totdat er na zo’n 10 minuten een koppel met een gids arriveerde, die benieuwd waren hoe wij daar terecht waren gekomen. De gids wees ons erop dat het helemaal niet de Gitgit-waterval was waar we waren, maar een onbekende “geheime” waterval. We hebben nog even gezwommen en van de rotsen gesprongen bij de waterval, wat erg lekker verfrissend was.
Hierna vervolgden we onze weg naar Ubud, een oud mooi stadje. Op de planning stond nog om het Monkey forrest te bezoeken, maar onderweg waren we langs de weg al flink wat aapjes tegen gekomen. Deze kon je voeden met pinda’s en banaantjes wat een erg leuke ervaring was. Eenmaal in Ubud gingen we op zoek naar het backpackers hostel, waar we een scala aan internationaliteiten tegen kwamen. Een erg gezellige avond, maar de volgende dag moesten we weer vroeg uit de veren om de auto weer af te leveren in Kuta. We gaan zeker een keer terug naar Ubud, want we hebben nauwelijks kunnen genieten van dit mooie stadje. Eenmaal terug in Kuta gingen we op zoek naar een cheap, maar goede slaapplek. Dit lukte na wat zoeken, waarna we nog even een middag wilden gaan surfen. Eerst hadden we het vliegticket geboekt voor de volgende dag, omdat we de dag daar weer na weer een afspraak hadden op school. Na dit geregeld te hebben, gingen we nog even een middagje flink surfen. Alle drie zijn we erg weg van het surfen, wat we dus zeker vaker willen gaan doen hier! ’s Avonds wilden we Sky Garden bezoeken, de grootste club op Bali. Alleen internationalen en rijke lokals komen hier binnen, wat dus een uitgelezen kans is om nieuwe mensen te leren kennen. Uiteindelijk kwamen we twee Nederlanders tegen waar we de avond mee hebben uit gefeest.
En nu zijn we weer in Surabaja, hebben we de laatste dingetjes voor school geregeld en hebben we nogmaals genoten van een avondje in de club hier. Ook hebben we drie andere Nederlandse jongens ontmoet die ook in Surabaja studeren, waar we in de toekomst wel vaker een balletje mee gaan trappen. Morgen gaan we dan echt beginnen aan school, waar we zeker naar uitkijken. We zijn erg benieuwd naar de manier van les geven in dit land. Het wordt nog even afwachten of alles daadwerkelijk ook in het Engels word gegeven, maar dit gaan we allemaal wel ondervinden.
Wauw, wat een verhaal! Ik denk dat ik me volgende keer een beetje zal moeten gaan inhouden, anders gaat het wel erg veel tijd innemen haha! Tot de volgende keer..
Vanuit de school werd aangeboden om opgepikt te worden op het vliegveld, waar we wel gebruik van wilden maken. We hadden echter nooit echt reactie gehad, maar toch stonden er twee studenten ons op te wachten op het vliegveld. Deze jongens brachten ons eerst naar een traditioneel Indonesisch restaurant, waar we gingen brunchen. Met de wetenschap dat het eten hier toch allemaal wat pittiger is, bestelden we de “sweet” versie van het gerecht. Gaarnde de maaltijd kwamen we er alle drie achter dat we toch even een knopje moesten gaan omzetten met het oog op het kunnen eten van spicy eten haha. Hierna werden we naar een mogelijk appartement gebracht, wat gelijk een geschikt stekkie bleek te zijn. Een ontzettend groot complex, met een erg groot zwembad tussen de gebouwen in. Ook wel handig is dat het complex op circa 10min fietsen van de school is, wat we doen met onze gehuurde “fietsen” (zadel werkt niet altijd mee en daarom voelt het aan als een kinderfietsie). De volgende dagen hebben we van alles moeten regelen met de school in voorbereiding op de lesdagen, wat van start gaat op maandag 7 september.We kregen allemaal een persoonlijke buddy aangewezen, die ons gingen helpen met het kunnen functioneren in zo’n andere cultuur. Mijn buddy heet Teddy, en ik moet zeggen dat ik nog niet vaak zo’n behulpzaam persoon heb ontmoet. Sowieso is de bevolking hier erg openarmig, waardoor we ons gelijk welkom voelden. Surabaja is echter wel een stad, waar weinig westerlingen komen. Dit ondervonden we vooral wanneer we op de fiets zaten naar school (mensen toeteren, zwaaien etc. naar je) of als we naar de Mall gingen. Als Nederlander (hier ”Belanda”) ben je als het ware een bezienswaardigheid voor de meeste mensen. Overal willen ze foto’s van je maken en als het even kan dan ook echt één voor één.
Op school waren we Josh tegen gekomen, een Duitse student die hier zijn research ging doen. Op één of andere manier was hij aan één van onze telefoonnummers gekomen, en hij vroeg ons of we vrijdagavond mee gingen met hem naar één van de weinige barretjes hier. Gezien het feit dat de islam hier het grootste geloof is, kan men bijna nergens alcohol meer vinden. Niet dat dit een ramp is, maar vaak zijn de plekken waar alcohol genuttigd worden ook de plekken waar je gemakkelijk nieuwe mensen leert kennen. Dit bleek wel weer op vrijdagavond, waar we een local genaamd Jonathan ontmoette. Hij is iemand, die werkelijk waar alle locals en buitenlanders in Surabaya kent. Hij en Josh nodigden ons dan ook uit voor de volgende avond,waar we naar een kroegje en naar een grote club zouden gaan. Het uitgaansleven is hier wel anders, maar wel leuk! Nadat we de laatste dingetjes hadden geregeld, konden we dinsdag middag dan eindelijk nog op reis
’s Middags vertrokken met de trein naar Banyuwangi, waar we de Ijen-krater wilden bezoeken. Een treinreis van u bracht ons in Banyuwangi, waar allemaal gidsen je al stonden op te wachten op het treinstation. We besloten om een van de aanboden aan te nemen om die zelfde nacht nog de berg te beklimmen. Een flinke beklimming, waar op het eind het fenomeen blauw vuur op ons stond te wachten. Met gasmasker en al konden we de krater in, waar nog steeds gewerkt wordt. Er wordt sulfaat gewonnen, wat dan door oude mannen op de schouders (circa 0 kilo) naar beneden werd getild. Het was een zeer mooie ervaring, zeker een aanrader! Die middag hebben we de boot gepakt naar Bali, waarna we via een bus en een taxi naar Kuta zijn gereisd. Dit is een beetje het uitgaansstadje van Bali, maar je kunt hier ook super goef surfen. De eerste dag hebben we even flink uitgerust op het strand en ’s avonds wat rond gestruind door de stad. We hadden al snel door dat Bali eigenlijk een omgekeerde winkel was van Surabaja, want alles was echt gericht op toerisme. De dag erop gingen we voor het eerst surfen, en zo koppig als we het waren, gingen we dit zonder een teacher doen. Dit pakte eigenlijk best goed uit, want na een aantal keer konden we allemaal eigenlijk wel op het board staan. Trots dat we waren gingen we proberen wat verder het water in te gaan, waar de echte golven waren. Dit was misschien niet de beste manier om het te leren, maar we hebben ons zeker de hele dag wel kunnen vermaken. Aan het eind van de dag gingen we dit dan ook wel merken: veel spierpijn, schrammen, blaren en ga maar door.
De dag erop gingen we beginnen aan onze rondreis door Bali, met jawel een Jeep. Karsten heeft als enige zijn internationale rijbewijs en was dus in staat om ons rond te gaan rijden op het eiland. De eerste dag zijn we van Kuta naar Candi Dasa (oost-Bali) gereden, hier verblefen we in een klein paradijselijk verblijfje aan de kust. Onderweg waren we bijna op de ferry naar Lombok gegaan (wat niet de bedoeling was). De poortwachter wilde eerst even onze papieren zien voordat we verder gingen, maar hij wees ons op het feit dat de auto helemaal geen geldige papieren meer had. Deze waren verlopen op 15-03-2015, oftewel hadden we een ongekeurde auto gehuurd. Na een lang en lastig belletje met de verhuurder bleek dit volgens hem geen probleem te zijn. Even daarvoor hadden we een tussenstop gemaakt bij een mooi tempeltje voor de Bali-Hindu, waar ze bezig waren met een ceremonie.
De dag erop wilden we snorkelen in Tulamben of Abed, om daarna een slaapplaats te zoeken in Singaraja (noord-Bali). We besloten om de iets langere route langs de kust te nemen om zo te kunnen genieten van de omgeving. Dit hebben we ook zeker gedaan! In Abed werd er gezegd dat je beetje kon gaan snorkelen in Tulamben, als je net als ons niet heel lang de tijd had. Jammergenoeg was het niet het beste seizoen om te snorkelen en moest je behoorlijk zoeken naar de mooie onderwater wereld. ’s Avonds in Singaraja werden we als het ware toevallig gespot door een bed&breakfast eigenaar, die ons voor een spotprijsje een kamer aanboodt. Hij vertelde ons wel dat Singaraja voor de rest niet echt een bijzondere stad was, wat ervoor zorgde dat we de volgende dag al vroeg op pad waren richting de Gitgit-watervallen. Met de GPS aan reden we richting de watervallen totdat we een parkeerbordje zagen, waar we dan ook gelijk de auto neer hebben gezet. Ook hier kwamen gelijk allemaal mensen weer op je af met de vraag of je een gids wilden, maar ook hier besloten we om zelf op pad te gaan. Een kleine wandeling van een dik half uur bracht ons bij de schitterende waterval, waar tot onze verbazing helemaal niemand anders was. Op internet hadden we gelezen dat de waterval stikte van de toeristen, maar ter plekke bleek dit dus niet het geval te zijn. Totdat er na zo’n 10 minuten een koppel met een gids arriveerde, die benieuwd waren hoe wij daar terecht waren gekomen. De gids wees ons erop dat het helemaal niet de Gitgit-waterval was waar we waren, maar een onbekende “geheime” waterval. We hebben nog even gezwommen en van de rotsen gesprongen bij de waterval, wat erg lekker verfrissend was.
Hierna vervolgden we onze weg naar Ubud, een oud mooi stadje. Op de planning stond nog om het Monkey forrest te bezoeken, maar onderweg waren we langs de weg al flink wat aapjes tegen gekomen. Deze kon je voeden met pinda’s en banaantjes wat een erg leuke ervaring was. Eenmaal in Ubud gingen we op zoek naar het backpackers hostel, waar we een scala aan internationaliteiten tegen kwamen. Een erg gezellige avond, maar de volgende dag moesten we weer vroeg uit de veren om de auto weer af te leveren in Kuta. We gaan zeker een keer terug naar Ubud, want we hebben nauwelijks kunnen genieten van dit mooie stadje. Eenmaal terug in Kuta gingen we op zoek naar een cheap, maar goede slaapplek. Dit lukte na wat zoeken, waarna we nog even een middag wilden gaan surfen. Eerst hadden we het vliegticket geboekt voor de volgende dag, omdat we de dag daar weer na weer een afspraak hadden op school. Na dit geregeld te hebben, gingen we nog even een middagje flink surfen. Alle drie zijn we erg weg van het surfen, wat we dus zeker vaker willen gaan doen hier! ’s Avonds wilden we Sky Garden bezoeken, de grootste club op Bali. Alleen internationalen en rijke lokals komen hier binnen, wat dus een uitgelezen kans is om nieuwe mensen te leren kennen. Uiteindelijk kwamen we twee Nederlanders tegen waar we de avond mee hebben uit gefeest.
En nu zijn we weer in Surabaja, hebben we de laatste dingetjes voor school geregeld en hebben we nogmaals genoten van een avondje in de club hier. Ook hebben we drie andere Nederlandse jongens ontmoet die ook in Surabaja studeren, waar we in de toekomst wel vaker een balletje mee gaan trappen. Morgen gaan we dan echt beginnen aan school, waar we zeker naar uitkijken. We zijn erg benieuwd naar de manier van les geven in dit land. Het wordt nog even afwachten of alles daadwerkelijk ook in het Engels word gegeven, maar dit gaan we allemaal wel ondervinden.
Wauw, wat een verhaal! Ik denk dat ik me volgende keer een beetje zal moeten gaan inhouden, anders gaat het wel erg veel tijd innemen haha! Tot de volgende keer..
-
08 September 2015 - 11:56
Anneke Kuipers:
Super tof verhaal Luco! Al ontzettend veel beleefd in een korte tijd. Het wordt vast een onvergetelijk mooie ervaring, deze studietrip naar Indonesië.
Groetjes en liefs van mij,
je moeder. -
08 September 2015 - 12:52
Heitie:
Super verslag Luc! Erg leuk om wat in de sferen van jouw trip te kunnen proeven! Ik wil nog veeeeeeeel meer verslagen! Zet 'm op en geniet! Dikke tût! -
08 September 2015 - 15:44
Elly:
Wow Luco, wat een mooi reis verslag! Ik wens je een super tijd daar en leuk dat wij een beetje " mee " kunnen reizen ! Heel veel succes met studeren en lekker genieten! Groetjes
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley